Het gezicht van Meten en Monitoren
Kees van Nes, de projectleider van waterschap Hunze en Aa’s voor Meten en Monitoren. Of beter gezegd: Het gezicht van Meten en Monitoren. U komt hem ongetwijfeld tegen.
Kees valt meteen met de deur in huis: “In 2012 is het eerste document Quick Win Meten en Monitoren geschreven, het is inmiddels 2018. Ik wil de Quick weer terug hebben. We zitten nu in de uitvoering, het is geen pilot meer.”
Zichtbaar zijn
“Ik wil zichtbaar zijn tijdens het hele traject. Is het nog duidelijk wat we gaan doen? Kan iedereen nu mijn gemeentelijke gegevens inzien?” Zo maar twee vragen die bij Kees oppoppen waarop hij snel de antwoorden wil geven. “Daarom wil ik zichtbaar zijn. Zorgen dat het duidelijk is wat we aan het doen zijn.” Trouwens, de verantwoordelijkheid voor het beheer blijft bij de desbetreffende gemeente.
Om de zichtbaarheid te vergroten wil Kees met een vaste regelmaat, van ongeveer elke drie weken, laten zien wat er gedaan is door het tonen van demo’s. De manier waarop volgt nog. In ieder geval komt er snel en heel vaak een terugkoppeling. Zodat je makkelijk en laagdrempelig aangehaakt blijft bij het project en het geen ver van je bed show wordt.
Dezelfde taal spreken
“Daarnaast dienen de gegevens van de organisaties te voldoen aan het Gegevenswoordenboek Stedelijk Water”, vervolgt Kees zijn verhaal. We moeten dezelfde taal gaan spreken en dezelfde eenheden gebruiken. Dat betekent een uniformering in dataformaat en –eenheid. Putdekselhoogte meten we bijvoorbeeld in mm terwijl drempelniveau in meters NAP gemeten wordt.
We willen geen spraakverwarring om misverstanden te voorkomen en om de betrokkenheid te vergroten. Op die manier kun je jezelf vergelijken met een andere gemeente, je bent niet de enige en dat is niet erg, het is zoals het is. We beginnen bij de zuiveringskringen Gieten en Scheemda. Wat ik daar leer komt in een Plan van Aanpak voor de andere zuiveringskringen.” Tenslotte besluit Kees zijn verhaal met de woorden: “Het kost even tijd en inspanning, maar dan krijgen we iets waar we echt wat aan hebben.”